Filipijnen - Reisverslag uit Cebu City, Filipijnen van Joerie Loo - WaarBenJij.nu Filipijnen - Reisverslag uit Cebu City, Filipijnen van Joerie Loo - WaarBenJij.nu

Filipijnen

Door: Joerie

Blijf op de hoogte en volg Joerie

23 Juni 2018 | Filipijnen, Cebu City

Filipijnen

Maandag 28 mei vlogen we van Denpasar, Bali naar Manilla, de Filipijnen. Hier moesten we een paar uur wachten en vervolgens vlogen we naar Cebu. Op het vliegveld kon je kiezen uit gele of witte taxi’s, we eindigden in een gele. De rit naar ons hotel in Cebu City (ongeveer 45 minuten rijden) kostte zo’n 480 peso’s, ongeveer 8 euro. We aten in ons hotel, want we zagen niet veel in de buurt en het leek ons makkelijker. Het viel ons op dat het eten erg goedkoop was, zo’n 4 euro per gerecht. Het smaakte goed en vervolgens regelden we het hotel voor de volgende bestemming.
De volgende dag ontbeten we in het hotel en vervolgens namen we voor 80 cent een taxi naar de haven. Hier kochten we een kaartje naar het eiland Bohol. Er waren verschillende maatschappijen en we kozen voor Oceanjet, daar hadden we goede dingen over gelezen. We moesten door een soort douane check en vervolgens bij een balie inchecken en onze bagage afgeven. In totaal kostte ons de rit zo’n 9 euro. De boot was comfortabel.

Bij aankomst in Bohol regende het helaas. We keken wat rond naar vervoersopties en kozen om met de ‘tricycle’ te gaan; een motor met een soort aanhangwagentje er aan. Ze hadden echter geen zeil om onze bagage mee af te dekken dus we besloten Yaiza met alle bagage in het overdekte aanhangwagentje te proppen, ik ging achterop de scooter. Het was niet de meest comfortabele rit ooit, maar het was te doen. Het duurde ongeveer drie kwartier om aan te komen in het hotel in Alona beach, Captain’s Lodge. Ze hadden onze kamer heel mooi versierd met bloemetjes en dergelijke ter ere van onze huwelijksreis, dat was lief van ze. Het weer was gelukkig weer wat opgeklaard en we gingen een wandelingetje maken. Het stadje was niet geweldig mooi maar had best een leuke sfeer en er waren veel plekjes om wat te drinken of te eten. We dronken wat in een reggaebarretje aan het strand, hier had ik mijn eerste Red Horse, een vrij sterk lokaal biertje. Vervolgens liepen we wat verder en ontdekten we Hanan, een groot luxe hotel dat ook een ‘all you can eat’ buffet serveerde. We keken wat ze allemaal serveerden en het zag er geweldig uit, dus maakten we een reservering. Ze hadden ook happy hour, dus tot etenstijd kregen we de tijd wel om met lekkere mojitos. We wilden graag met ons drankje in het zwembad dobberen maar hoorde gemengde verhalen; de een zei dat het mocht met consumpties, de ander van niet. We gokten het erop en gingen zwemmen. Helaas werden we na het eerste drankje verbannen, het was blijkbaar toch niet toegestaan, helaas. Maar goed, toch even kunnen dobberen! Om 19:00 uur ging onze reservering van start en aten we veel meer dan nodig van het heerlijke buffet.
De volgende dag deden we het rustig aan en hadden we een chill dagje. We regelden onze tour voor de volgende dag via een bureautje met, wat we later zagen geadverteerd, ‘german management’.
De tour begon al vroeg. We verzamelden om 6 uur ‘s ochtends. Een busje bracht ons naar de haven. Er was een groepje Chinezen bij ons en twee Russische meisjes. Ze waren niet onvriendelijk ofzo, maar geen van hen was echt gezellig om mee te kletsen helaas.
We gingen naar een punt om dolfijnen te zien. Het was niet gegarandeerd dat je ze zou zien omdat het natuurlijk wilde dieren zijn. Er lagen een hoop boten te wachten / zoeken, dus ik dacht dat de dolfijnen dit gebied wellicht vermijden met zoveel boten. Maar nee hoor, al gauw begonnen mensen te roepen en wijzen en zagen we een groepje dolfijnen door het water springen. Heel cool om te zien! We zagen verschillende groepjes en dat was heel mooi. Wat we wel wat minder vonden, was dat alle boten met volle vaart achter de dolfijnen aan vaarden. Ik weet niet of ze dat echt prettig vinden, ze gewoon langs zien komen is ook prima. Maar goed!
De volgende bestemming was een eilandje en van daar uit peddelde een man ons met een klein bootje naar twee mooie snorkel plekken. Helaas was mijn snorkel masker niet zo goed, het lekte erg en ook in de buis om te ademen kwam water. Dat was wel jammer, want het was een prachtige onderwater wereld. Ik kon gelukkig nog steeds wel wat zien maar moest vaker dan wenselijk mijn masker legen. Na een tijdje rond kijken riep onze gids dat hij een schildpad zag. We gingen snel kijken en zagen hem inderdaad, een grote mooie schildpad, hij was aan het eten. Het was niet zo diep op dit punt dus je kon hem heel goed zien. Na een tijdje vond hij het wel weer goed geweest en zwom hij rustig weg, hij zwom recht op me af en hij kwam zo dicht langs me dat ik hem zou hebben kunnen aanraken, heel sjiek! Het blijven bijzondere dieren. De tweede plek was ook mooi, bij een soort afgrond onder water. Hier waren ook heel veel mooie vissen en gekleurd koraal, nog meer dan op de vorige plek. Ik zag hier nog een tweede schildpad zwemmen langs de klif. Heel mooi!
Vervolgens bracht onze gids ons terug. We gaven aan dat mijn masker lekte en dat ze die misschien beter niet meer konden geven, maar ik zag hem later gewoon weer tussen de andere maskers hangen. De gids zei dat we het bij het bureau konden aangeven om een vergoeding terug te krijgen (je betaalde per onderdeel; boot, entree, masker, etc).
Vervolgens vertrokken we naar onze laatste bestemming, maar voordat de boot ging varen zagen we nóg een schildpad, hij kwam boven water om te ademen. Wat een geluk! De laatste plek was een eiland, maar het stond nu volledig onder water. Er waren wel nog steeds kraampjes waar je eten en drinken kon kopen, dat was wel grappig. Het water kwam tot je middel dus je kon lopen of zwemmen naar de kraampjes, dit was wel een grappige aparte ervaring. Rond 12 uur werden we weer afgezet op Bohol. We luierden wat op het strand en liepen op de terugweg langs ons tour bedrijf, dus gaven we aan dat het masker lekte. De medewerker, een dun mannetje met een rood ontstoken oog, was heel onbeleefd en irritant. Op een lakse vervelende manier zei hij na ons verhaal ‘it’s not my problem’. We spraken ook een andere medewerker, deze was ook een beetje irritant maar wel wat behulpzamer. Hij zei uiteindelijk dat we het later met de manager konden bespreken. Dit hebben we de volgende dag ook gedaan. Het was een Duitse man en hij was heel vriendelijk en begripvol. Hij gaf ons zonder gedoe het geld terug. We vertelden hem ook over de vervelende reactie van een van zijn medewerkers. Hij wist om wie het ging en nodigde ons uit om de volgende dag een biertje met hem en zijn Filipijnse vriendin te drinken zodat we het tegen haar konden vertellen, want het was haar broer! Hij had al vaker klachten over hem gekregen. Hoewel het een vriendelijk aanbod was hebben we er maar van af gezien, we vonden het een beetje ongemakkelijk om zijn vriendin met de gebreken van haar broer te gaan confronteren. ‘That’s not my problem!’
Over ongemakkelijke momenten gesproken, op de terugweg liepen we de supermarkt binnen om water te kopen. Een groepje meiden in strakke jurkjes en vol make up stond hier aan de balie en was vrij luidruchtig. Volgens Yaiza waren het travestieten, maar ik had ze zelf niet herkend. Een van de meisjes pakte een zakje chips, trok een zielig gezichtje, wees naar Yaiza en naar haar buik, alsof ze honger had. Ze wilde dat Yaiza de chips voor haar kocht, maar ze waren zelf ook dingen aan het kopen en ze had een nieuwe iPhone in haar handen... het antwoord was dan ook ‘nee’, maar ze bleef aandringen en zei tegen de baliemedewerkster dat Yaiza het voor haar ging betalen. Super raar.

De volgende dag huurden we een scooter en gingen we op pad. We hadden gelezen dat er verschillende plekken waren waar je de Tarsier kunt zien, een bijzonder diertje waar de Filipijnen om bekend staan, er was een plek die bekend stond om niet zo goed te zijn voor de dieren en meer een soort dierentuin te zijn, maar er wad ook een goede plek waar de dieren vrij leven: Philippine Tarsier Foundation. Deze was wat meer uit de route en tours gingen naar de andere, vandaar dat we besloten om zelf met de scooter te gaan. Het was een dik uur rijden, de wegen waren redelijk goed. Helaas begon het na een tijdje te miezeren en nog wat later keihard te regenen. We kwamen aan bij de Tarsier foundation maar helaas regende het nog steeds, dat maakte het maken van foto’s iets lastiger. Gelukkig hadden we wel onze regenjassen. De tarsiers waren super schattige, onvoorstelbaar kleine beestjes. In het Nederlands noemen we ze blijkbaar ‘Filipijns Spookdier’. Ze waren ongeveer zo groot als een vuist met kleine handjes en grote ogen, en een lange dunne rat achtige staart. Ze waren heel leuk om te zien. Zodra je het bos in ging betrad je een stilte zone, de tarsiers kunnen niet goed tegen harde geluiden omdat het nachtdieren zijn. We hadden op internet gelezen dat ze soms zelfs zelfmoord plegen bij teveel lawaai. Dat wilden we niet op ons geweten hebben, dus we waren ontzettend stil. We zagen een stuk of vijf tarsiers op verschillende plekken. Later las ik in het centrum een poster met informatie en hier vertelden ze dat Yoda van Star wars gebaseerd is op de tarsier. Het was een mooie ervaring, weer een bijzonder dier in het wild gezien!
Vervolgens was de vraag: gaan we terug, of rijden we door de regen verder naar de volgende bestemming; Chocolate Hills. Het was nog een dik uur rijden en we waren helemaal doorweekt, dus we neigden er naar om terug te gaan. Uiteindelijk besloten we toch verder te gaan, aangezien het een unieke plek is waar Bohol om bekend staat en we waren al halverwege. Het leek ook wat minder hard te regenen. We gingen op pad en na een tijdje stopte het helemaal met regenen, dus dat was mooi. We hadden een lunch onderweg maar die was niet zo geweldig. De serveerster was aardig maar begreep niet veel van onze vragen, waar we stiekem wel om konden lachen, en het eten was aardig gezegd matig. We reden door een mooi ‘man made forest’ met hoge bomen en zagen veel rijstvelden. Het landschap deed ons een beetje aan Indonesië denken. Vervolgens kwamen we aan bij de Chocolate Hills. Het was een prachtig uitzicht. De heuvels zijn door miljoenen jaren ontstaan uit ‘limestone’, door kalksteen en erosieverschijnselen.
Het was een bijzondere plek en we waren blij dat we er nog naar toe zijn gereden, ook al waren we doorweekt. Vervolgens begon de lange terugreis. We stopten onderweg nog eens voor een kopje koffie en stopten bij een winkeltje. We waren blij toen we weer thuis waren en ons konden douchen! Hemels.
De volgende dag was het weer lekker weer en gingen we naar een mooi strand in de buurt; Damaluan. Een tricycle met nummer 046 bracht ons hier naar toe en haalde ons ‘s avonds weer op. Veel van deze tricycles hebben trouwens quotes van de bijbel op hun karretje geverfd. In de avond dronken we een mojito bij het sjieke hotel en aten we nogmaals het nu iets veranderde buffet.

Maandag 4 juni vertrokken we uit Bohol. Dezelfde tricycle als de vorige dag bracht ons naar de haven en hier kochten we onze kaartjes naar het eiland Siquijor. De boot rit duurde ongeveer anderhalf uur. Eenmaal aangekomen probeerden we met een tricycle naar ons hotel te gaan, ze vroegen echter allemaal vrij hoge prijzen. We liepen wat verder uit de haven en uiteindelijk kwamen we een prijs overeen. We ontdekten al snel waarom het wat prijziger was, de rit was super lang! We deden er bijna twee uur over om in ons hotel aan te komen. Eenmaal daar checkten we in en huurden we een scooter. We reden naar de heilige ‘Barate Tree’, een grote mooie boom met een vijver met een ‘vis spa’. Je kunt hier je voeten in het water dompelen en visjes komen er dan aan knabbelen. Er waren ook super grote vissen die een hapje kwamen nemen. Na hier even te chillen reden we verder en zagen we een strandje. Hier aten we een lokale snack; mango met soja saus. We vonden het een vrij aparte combinatie, maar best lekker. Vervolgens aten we lekker in een leuk restaurantje; Monkey business.
Na het eten reden we terug en dronken we nog een paar (zeer goedkope) biertjes in het hotel! Ze kostten maar 30 peso’s, oftewel 50 cent! My kind of place. Ik zag een enorme hagedis, hij was een beetje blauwachtig met oranje spikkeltjes en een van de grotere die ik heb gezien. Hij deed me denken aan de reuzen gecko die ik in mijn huis in Bali had.
De tweede dag reden we naar Cambugahay Falls, een stuk of drie hele mooie watervallen met prachtig blauw water. Het deed ons een beetje denken aan de watervallen in Laos, die zijn ook heel erg mooi. Hier hebben we het grootste deel van de middag door gebracht en gezwommen in het lekkere water. Daarna zijn we nog naar Salagdoon Beach gegaan. Dit zou een prachtig strand moeten zijn, maar het viel een klein beetje tegen. Het was niet zo’n geweldig weer dus misschien speelde dit ook mee. Het was nog steeds best een mooi plekje overigens, maar niet zo geweldig als we het hadden voorgesteld. Onderweg zagen we trouwens ook een heel groot bord met; ‘Prepare yourself: Jesus is coming soon’ en we zagen ook het grootste varken dat we ooit hebben gezien.
We reden terug en wilden wat gaan eten in San Juan (dezelfde naam als de hoofdstad van Puerto rico, waar Yaiza vandaan komt!) want hier waren de meeste restaurantjes. Het was een redelijk lange rit en na een tijdje begon het te regenen. Het begon met miezer maar werd toen keiharde regen. Gelukkig vonden we toen vrij snel een restaurant waar we konden schuilen en wat eten. Na het eten was het gelukkig weer droog. Toen we vertrokken viel de stroom uit. We reden terug door het donker maar de wegen waren hier best goed dus het was te doen.

Woensdag pakten we onze spullen in en vertrokken we uit Siquijor. De jongen van ons hotel bracht ons naar de haven. Dit keer ging het een stuk sneller, het duurde ongeveer een uur; hij had een betere motor en reed sneller. Eenmaal op de haven kochten we een kaartje naar Cebu en ontbeten we in een restaurantje. De boot ging via Bohol terug, maar we konden blijven zitten. Het duurde zo’n 5 uur in totaal. Eenmaal in Cebu City namen we een taxi naar ons hotel. Veel taxi’s wilden ons niet mee nemen omdat het hotel te dichtbij was... Maar uiteindelijk kregen we er een te pakken. We dropten onze spullen en wandelden wat rond. We dronken lekkere kokosmelk van een mannetje met een karretje op straat en bij een ander karretje aten we lekkere dim sum en later nog wat kip en rijst. Na deze culinaire tocht gingen we terug naar het hotel en rustten we uit van de lange reis dag. Wel deden we nog een korte work out; tegenwoordig (sinds Bali) sportten we vrijwel dagelijks een beetje in de avond, om de gezondheid op peil te houden.

Om kwart voor vijf ‘s ochtends werden we wakker omdat het personeel keihard aan het lachen en praten was precies voor onze kamer. Yaiza vroeg ze om stil te zijn aangezien we wilden slapen, maar met weinig effect of reactie. Later ging ze nog eens en toen waren ze een tijdje wat stiller. Helaas niet voor lange tijd, toen ben ik ook maar een poging gaan doen. Een meisje van de receptie keek zonder uitdrukking in stilte naar me (ongemakkelijk), maar een van de boosdoeners bood zijn excuses aan. Na mijn verzoek bleef het gelukkig stil en konden we slapen.

De volgende dag stonden we redelijk vroeg op. Een van de meisjes van de receptie, die erg vriendelijk was, bood nog haar excuses aan voor het personeel in de avond. Dat was aardig. Ze belde een grab taxi (soort uber) voor ons en die bracht ons naar het bus station. Het was een hele aardige jongen en hij hielp ons om nog een (werkende) pin automaat te vinden, wat veel lastiger was dan gedacht in zo’n grote stad. We gaven hem een (eigenlijk veel te grote) fooi en liepen het busstation in. Na drie stappen werden we al aangesproken door mensen met de vraag waar we naar toe gingen en toevallig genoeg was het ook meteen de bus die we wilden hebben, die klaar stond voor vertrek. We gooiden onze bagage er in en we vertrokken. De bus was prima en had airconditioning. De rit duurde ongeveer 3,5 uur en toen kwamen we aan bij de haven, Hagnaya Port. Hier kochten we een kaartje voor de ferry, die een halfuur later vertrok. Het was een hele grote pont en het was ongeveer anderhalf uur varen. Opmerkelijk vond ik trouwens dat de boten en bussen etc hier vrijwel altijd op tijd gaan en dat de reistijden kloppen, dat zijn we niet meer gewend!

Na deze toch kwamen we aan op onze bestemming, het mooie eiland Bantayan. Uit de haven komen was nog een tikkeltje irritant want er was maar een heel nauw, lang pad dat je kon volgen dat iedereen moest afleggen, dus we kwamen slechts stapje voor stapje vooruit met onze zware rugzakken. Een tricycle van het hotel bracht ons naar ons verblijf. Het was een mooi hotel, Adalaida Pension. We moesten nog wat visum zaken regelen voor China en toen gingen we op pad. De restaurants waren iets verder lopen dan verwacht dus we stapten in een tricycle voor 10 peso’s per persoon. Er was een leuke food market, allerlei verschillende kraampjes met verschillende soorten eten. We aten lekker bij een Mexicaan, ik had de burrito en Yaiza de ‘notorious p.i.g.’. Daarna dronken we nog een goede mojito in het zaakje er tegenover.

De tweede dag huurden we een scooter en bezochten we Ogtong Cave, een grot met water waar je in kon zwemmen. Dat was wel een bijzondere ervaring, iets wat ik nog nooit gedaan had, zwemmen in een grot. Het was leuk maar toen we naar de volgende plek wilde vertrekken begon het te regenen. We konden gelukkig schuilen en na een tijdje stopte het, maar de lucht zag er nog steeds grauw uit. Tijdens de lunch heeft Yaiza het personeel nog geholpen met het zorgen voor een klein katje, dat ze hadden gevonden en niet goed mee om wisten te gaan. We twijfelden om terug te gaan, maar wilden ook nog wat gebruik maken van de scooter, dus besloten ‘paradise beach’ te gaan zien. Het was mooi maar met het slechte weer niet denderend. Ik had nog wat gelezen over een oude kerk die ook wel mooi scheen te zijn en aangezien het geen strand weer was besloten we die te gaan bekijken. Yaiza had er niet meer zoveel zin in want ze was moe gezeten, maar we gingen toch kijken. Onze navigatie koos echter voor de ‘full experience’ en bracht ons met een enorme omweg door allerlei kleine dorpjes met modderige wegen. Ik vond het nog steeds leuk om iets van het binnenland te zien maar Yaiza had er inmiddels wel genoeg van. Toen we uiteindelijk na een lange rit bij de kerk aan kwamen, bleek deze niet veel voor te stellen. Dat was de tocht niet echt waard geweest. Gelukkig konden we er wel om lachen en vonden we een snellere, veel prettigere route terug.
De derde en laatste dag in Bantayan bracht een boot ons naar Virgin Island. Dit was een prachtig eiland en had een van de mooiere stranden die we hebben gezien in de Filipijnen. Heel mooi blauw water en zacht wit zand, echt een paradijsje! Hier hebben we lekker op het strand gelegen en ik heb een beetje gesnorkeld. De onderwater wereld was hier niet heel indrukwekkend, maar ik heb nog steeds een paar mooie visjes gezien en twee kwallen; een kleintje j een hele grote. Van de tweede schrok ik een beetje omdat hij ineens vlakbij mij was, maar hij was wel mooi om te zien, een beetje bruinig met gele vlekken. Het was heerlijk weer, maar net toen we langzaam wilden gaan betrok het in een paar minuten en ineens begon het heel hard te regenen. We scholen bij een klein restaurantje en aten hier wat tijdens het wachten. Toen het weer droog was gingen we terug naar de boot. Ze brachten ons nog naar een ander plekje om te snorkelen maar ook hier was het niet denderend, dus zijn we niet al te lang gebleven. Daarna bracht de boot ons weer terug en hebben we nog wat gegeten en gedronken in een leuk tentje.

Maandag 11 juni vertrokken we ‘s ochtends met de tricycle naar de haven. We maakten nog een stop bij de pinautomaat, want op het volgende eiland hadden ze die niet. Eenmaal op de haven kochten we een kaartje terug naar Santa Fe. Hier werden we meteen door een hoop mensen benaderd voor vervoer. We wilden eigenlijk met een normale bus, maar dit bleek wat lastiger te zijn, dus gingen we uiteindelijk akkoord met het aanbod voor een klein busje van een opdringerige man die ons sinds de boot had gevolgd. Het busje zette ons af bij de haven van Maja. Hier kochten we een kaartje naar onze eindbestemming: Het mooie eiland Malapascua. Het was nog een avontuur, want een klein bootje bracht ons naar een grotere boot op het water, en met al onze bagage was dat nog best een opgave. Maar gelukkig ging het allemaal goed. Na een klein uurtje varen kwamen we aan bij Malapascua, en moesten we weer alles in een klein bootje zien te laadden, dat ons vervolgens naar het eiland bracht. De reis was nog niet helemaal gedaan, want van hier uit moesten we met onze grote rugzakken naar ons hotel lopen. Het was gelukkig niet al te ver lopen, maar eenmaal in het hotel moesten we een heel stuk een aantal trappen bergop. We waren dan ook goed bezweet toen we bij de receptie aan kwamen. We checkten in en dronken een welverdiend biertje. Het hotel, Mangrove Oriental, was een mooi plekje. We hadden een bungalowtje op het strand in een rustige groene omgeving. Heerlijk! Het was inmiddels al een uur of vijf dus besloten we in het hotel te blijven en hier te eten. We hadden een lekker lokaal gerecht, ‘adobo’, vlees met een soort soja achtige saus en rijst. Toen we terug liepen naar onze kamer zagen we verschillende, hele grote krabben in mooie schelpen lopen op het gras en de trap.

De volgende dag gingen we het eiland verkennen. We wilden in eerste instantie een scooter huren, maar ze vroegen een belachelijk hoge prijs, hetzelfde wat de scooter voor 24 uur kostte in Bantayan vroegen ze hier per uur. Voor 50 cent bracht iemand je echter achterop naar je gewenste bestemming, dus deden we dat. Twee jongetjes reden ons als een gek naar een strandje en hier zou je al snorkelend een Japans scheepswrak moeten kunnen zien. Ze wezen naar waar het wrak was en zouden ons twee uur later op het naastgelegen strand komen ophalen. Ik ging een poging wagen en zwom met mijn snorkel masker richting de gewezen richting. Ik zag een paar bootjes als referentie punt. Echter, na een tijdje zwemmen voeren de bootjes weg en zag ik het punt niet meer. Ik zag dat ik inmiddels ook toch wat verder was gezwommen dan ik dacht dat het was en begon wat moe ervan te worden. Ik zag het scheepswrak nergens en ik voelde nu ook wat stroming en kreeg het een beetje benauwd ervan. Ik zag alleen maar zee en besloot dat het scheepswrak niet mijn leven riskeren waard was, dus zwom ik terug. Ineens zag ik dat ik door de stroming meer naar de zijkant aan het zwemmen was dan terug naar het land. Dat was best wel even spannend. Toen ik weer een stuk in de goede richting terug gezwommen was zag ik ineens een zeeslang! Hij was lichtblauw met zwarte ringen. Hoewel ik het sjieke dieren vind, schrok ik er nu een beetje van en wilde ik hem liever niet te dichtbij hebben in het water dus zwom ik snel verder. Ik was blij toen ik weer op het strand was.
Ik zag toen dat er een man dingen uit zijn bootje aan het laden was. Ik vroeg hem of hij mij naar het scheepswrak en terug kon brengen, dat wilde hij wel doen, voor een vergoeding uiteraard. Na even onderhandelen kwamen we op een goede prijs uit van 1,50 euro, een derde van zijn eerste voorstel. Yaiza vond het bootje er te krakkemikkig uitzien voor twee personen dus ik ging alleen. We voeren de zee op en volgens mij was ik best in de buurt gekomen, maar met bootje voelde toch wel veel prettiger. Het scheepswrak was wel cool om te zien, er waren best veel visjes en ik zag ook een school aparte gevormde zeedieren, ik denk dat het een soort inktvissen waren. Na een tijdje het wrak bewonderen klom ik weer in het bootje en gingen we terug. Vervolgens wilden we naar het volgende strandje lopen. We moesten een stukje door een klein dorpje lopen en hier werden we aangesproken door ‘Bogs’, een van de inwoners van het dorpje, en hij bood ons een boot trip aan. De boot zou ons drie uur lang naar een aantal verschillende mooie plekken brengen op het eiland voor ongeveer 20 euro. Dat vonden we wel een mooi aanbod, dus besloten we het te doen. We moesten even wachten op de boot en als eerste bracht hij ons nogmaals naar het scheepswrak. Wie had dat gedacht, drie tripjes naar het wrak. Maar het was nog steeds leuk want nu kon Yaiza het ook zien.
Na het inmiddels bekende scheepswrak bracht de boot ons naar Langob, de plek waar we zelf naar toe wilde lopen. Dit was een prachtig strand. Hier zouden de jongetjes ons eigenlijk op komen halen. We hadden het nummer van een van de jongens, John en hadden geprobeerd te bellen maar kregen hem niet te pakken. We probeerden hem op het strand te vinden maar ze waren nergens te bekennen. Nou ja, verder niks meer aan te doen dan. We bleven even lekker chillen op het mooie strand en ik snorkelde nog een beetje. Vervolgens bracht de boot ons naar de Coral Garden, waar veel koraal en visjes te zien waren. Het was erg mooi, maar veel van het koraal zag er een beetje grauw uit, het was niet super kleurrijk. Daarna brachten ze ons nog naar een ander mooi snorkel plekje waar we ook weer wat mooie visjes zagen. We zagen een clownsvis zoals in Finding Nemo en ik merkte ineens dat hij mij achtervolgde. Telkens wanneer ik naar de zijkant keek, zag ik het visje. Hij kwam ook voor mijn gezicht zwemmen en maakte een ‘agressieve’ indruk. Hij was ongevaarlijk dus het was ook wel grappig. Later vertelde Yaiza dat zij ook ‘aangevallen’ was door de clownsvis. Ik geloof dat ik op televisie wel eens iets over ze heb gezien en dat ze daarin vertelden dat clownsvissen andere dieren uit hun territorium proberen te jagen, misschien wilde hij ons ook weg jagen. Na dit punt zijn we terug op het bootje geklommen en hebben ze ons bij ‘bounty beach’ afgezet, een van de populairdere stranden van het eiland. Hier waren een aantal barretjes en restaurantjes en hebben we een paar lekkere cocktails gedronken tijdens happy hour. Ineens hoorden we een keiharde knal; er was een kokosnoot vlak naast me gevallen! We besloten toch maar van plekje te verwisselen met een tafel die niet recht onder een palmboom zat, want zo’n klap zou je niet graag op je hoofd hebben.
De volgende dag hadden we via Bogs een tour geboekt naar “Kalanggaman Island”. We hadden hier mooie dingen over gehoord en gezien en waren zeer benieuwd. Het was een vrij grote boot die ons bracht en er waren vrij veel mensen aan boord. Het was een tijdje varen, zo’n twee uurtjes geloof ik. Toen kwamen we aan op Kalanggaman eiland en het was echt prachtig. Misschien wel een van de mooiste stranden die we allebei ooit hebben gezien. We liepen wat rond over het eiland en genoten van het prachtige uitzicht. Aan de westkant zou een ‘sand bar’ zijn, een strook zand die door de zee loopt. Toen wij aan kwamen stond ie nog voornamelijk onder water, maar het was nog steeds mooi om te zien. We zwommen wat in het prachtige blauwe water en lagen in het schitterende witte zand, het was een geweldig strand en we genoten met volle teugen. Vervolgens terug naar de boot om te lunchen. Ze hadden lekker gekookt, rijst met andere lekkernijen. Na de lunch gingen we snorkelen. Er waren een hoop hele grote vissen te zien en we zagen veel kleurrijke mooie vissen, waaronder een paar coole kogelvissen. Na een tijdje besloten we om nog even van het strand te gaan genieten. Inmiddels was de ‘sand bar’ boven water komen te liggen en konden we de lange strook wit zand in alle glorie bewonderen. Het was heel erg mooi. Na een tijdje zwemmen en chillen was het helaas weer tijd om terug te gaan. We raakten aan de praat met wat vriendelijke Engelse meiden met een goed gevoel voor humor en onze stoel werd ‘ingepikt’ door een Israëlisch meisje, die vroeg of ze daar even mocht zitten omdat ze even de zon uit wilde, maar vervolgens op de stoel in slaap viel en de hele rit onze plek bezette.
Eenmaal terug op Malapascua eiland lieten we ons afzetten bij het strand van Langob en genoten we nog even lekker in het water met een biertje. Vervolgens at ik een heerlijke ‘apple porc burger’ en gingen we terug naar het hotel. Het was een klein stukje lopen door kleine straatjes en donkere dorpjes heen. Iemand bood ons aan met de scooter naar ons hotel te brengen voor een zeer vriendelijk prijsje, dus sprongen we met z’n tweetjes achterop.

De volgende dag moesten we Malapascua helaas alweer verlaten. We mochten wat later uitchecken dus besloten we nog even in de zee te duiken voordat we vertrokken. Vervolgens liepen we met onze bagage naar de haven. Hier werd ons verteld dat we naar een ander punt moesten lopen. Eenmaal daar aangekomen was er een boot grote zware zakken cement aan het uitladen en daarna zou hij met passagiers vertrekken. We moesten even wachten en er sloten zich nog een paar Filipijnse mensen bij ons aan. Toen was de boot klaar voor vertrek en kwamen we aan boord. Om een of andere reden voer de boot niet weg en moesten we allemaal aan de voorkant van de boot gaan staan, waarschijnlijk was het water te laag. Ze probeerden vanalles maar kregen de boot maar niet aan het varen. Na een tijd proberen gaven ze aan dat de boot niet meer ging vertrekken. Dat was wel vervelend, want het was inmiddels al wat later op de middag en we moesten nog terug zien te komen naar Cebu City. Gelukkig vonden we nog een andere boot die nog ging vertrekken. We moesten weer via een klein bootje naar de grotere boot gebracht worden en dit keer lukte het gelukkig allemaal wel goed en ging alles voorspoedig. Eenmaal op het vaste land deelden we een mini busje met het groepje locals naar Cebu City. Het was een tikkeltje krap maar goed te doen. Het busje zei dat ze het laatste busje waren naar Cebu City, dus we hadden geluk. Het was een vrij lange rit van een paar uur en toen kwamen we aan in de hoofdstad. Ik had nog wat energie en wilde nog even iets doen. Yaiza wilde liever sporten. Aan de voet van ons hotel was een supermarkt met een hoop tafeltjes ernaast, waar allerlei locals drankjes zaten te drinken. Ik kocht mijn laatste ‘Red Horse’ biertje in de supermarkt en werd toen ik naar buiten stapte onmiddellijk uitgenodigd door een vriendelijke Filipijn, Marlon om bij hem en zijn vriend aan het tafeltje te komen zitten. We spraken over van alles en nog niks en het was gezellig. Er kwamen ook wat andere vrienden bij zitten en ze vertelden mij dat ik ‘Balut’ nog moest proberen, dit is blijkbaar een ei waarin het kuiken al verder is ontwikkeld en dit is een lokale snack. Het klonk interessant maar voelde me niet echt aangetrokken om het zelf te proberen. We hadden nog een paar biertjes en toen was het tijd om afscheid te nemen. Het was een leuke afsluiter van het Filipijnse avontuur!

De volgende ochtend, 15 juni, moesten we vroeg op, want we vlogen al om 07.05 uur, via Kuala Lumpur naar Medan, Sumatra. We hadden in het hotel gevraagd om een taxi te reserveren maar ze gaven aan dat ze die zouden bellen als we wilden vertrekken, ze hadden 24 uursreceptie. Toen we echter midden in de nacht opstonden, was er niemand te bekennen. Yaiza liep rond, op zoek naar een medewerker en we belden het hotel via Skype zodat de telefoon bij de receptie af ging. Na een tijdje kwam er gelukkig iemand uit een slaapkamer en hielp hij ons met het regelen van een taxi. Het was eventjes spanned, maar gelukkig liep alles goed. Eenmaal op het vliegveld bleek er een ongelofelijk lange rij te zijn. We hadden geluk en kregen voorrang van de beveiliging omdat onze vlucht relatief snel zou vertrekken. Bij het inchecken stond ook weer een super lange rij en maar één medewerkster achter de balie! Yaiza is naar een ander loket van Airasia gegaan om te vragen of er meer personeel bij kon komen en gelukkig honoreerden ze dit verzoek, na een tijdje.. Toen wij aan de beurt waren vroeg de medewerkster of we een ticket uit Medan hadden. We legden uit dat we een ticket uit Java hadden, binnen de dertig dagen die je in Indonesië mag verblijven, maar nog geen ticket vanuit Medan, de hoofdstad van Sumatra, naar een andere bestemming, aangezien we aan het backpacken zijn en niet elke dag hebben uitgestippeld. Dit was een probleem volgens haar, ze zei dat de immigratie daar moeilijk over kon doen en ons terug zou sturen naar de Filipijnen als we geen ticket uit Medan hadden. Dit begrepen we niet goed, aangezien we al regelmatig in Indonesië hebben gereisd en nooit iets dergelijks hebben gehoord, maar ze bleef hier heel stellig in. Ze zei dat we een ticket moesten boeken voordat we het vliegtuig in gingen, dat zij anders in de problemen zou komen omdat zij ons hierover moest informeren. Ik zocht toen via de wifi snel een goedkoop ticket op naar een andere stad die we hadden overwogen te bezoeken en vroeg haar of het voldoende was als we dit zouden boeken. Toen deed ze opeens heel vreemd, dat het nog steeds niet genoeg was en dat we het zelf maar moesten weten… Toen begonnen we het idee te krijgen dat ze zelf niet zo goed wist waar ze over praatte, misschien wist ze niet dat Sumatra en Java allebei onder Indonesië vallen en aangezien we een ticket uit Indonesië hebben is er eigenlijk niets aan de hand. Zelfs dit ticket hebben we voorheen ook niet nodig gehad. We besloten maar geen ticket te boeken en de gok te nemen. Wanneer je de Filipijnen in komt moet je inderdaad een ticket uit de Filipijnen hebben, maar in het hele jaar reizen en alle voorgaande reizen hebben we dit verder nooit mee gemaakt, dus we vertrouwden de informatie van de medewerkster niet. Ze liet ons toen ook gewoon gaan, terwijl ze voorheen zei dat zij zelf dan in de problemen zou komen. Een hele gekke situatie. Bij de immigratie stond, je raad het al, weer een lange rij. We hoorden inmiddels al de final call door de speakers en mochten gelukkig voor een paar mensen. De immigratie stelde geen enkele vraag en stempelde ons paspoort zonder problemen af. Gelukkig maar dat we niet naar de medewerkster hadden geluisterd bij het inchecken. We renden naar de gate en waren gelukkig nog op tijd. Er waren ook twee andere meisjes die per ongeluk de verkeerde kant op liepen. De stewardess schreeuwde toen abnormaal hard “EXCUSE ME!” en hier moesten we achteraf allemaal erg om lachen. Het was heel slecht geregeld allemaal, het was een van de vervelendere bezoeken aan een vliegveld, met alle lange rijen, haasten, verkeerde informatie, maar we hadden het gered!

We hebben een hele fijne tijd gehad in de Filipijnen. Het Spookdiertje / de tarsier in levende lijve ontmoeten en de prachtige, adembenemede stranden (met name van de laatste eilanden die we bezochten) waren de hoogtepunten voor mij. Zelfs Yaiza, die vrijwel niets vindt kunnen tippen aan de Puerto Ricaanse stranden, vond de Filipijnse stranden toch in haar top staan. We hebben het heerlijk gehad en willen absoluut nog eens terug komen, aangezien er nog veel meer mooie eilanden te verkennen zijn! In totaal zijn er 7641 eilanden, waarvan 3144 met een naam, dus we hebben slechts een glimpje van dit mooie land gezien en nog heel veel te ontdekken! We kijken er al naar uit.

En dan nu op naar het volgende en laatste gedeelte van de reis, de terugkeer naar Indonesië!

  • 25 Juni 2018 - 06:05

    Lambert En Marion:

    Hallo Joerie en Yaiza,

    Weer veel avontuur in je verhaal. Mooie dingen gezien en weer nieuwe mensen leren kennen.
    Met plezier lezen we altijd je verhalen. Er zitten altijd wel een paar dingen tussen die we nog niet gehoord hebben.
    Jullie hebben een geweldige tijd blijf genieten. Binnenkort twee weken Nederland en dan beginnen jullie aan een nieuw avontuur.
    Tot snel xxxxxx
    Lambert en Marion

  • 25 Juni 2018 - 18:24

    Ad:

    Weer heel veel beleefd. Wij moeten ons deze week behelpen met de fietsdriedaagse van Oirschot.
    Tot over enkele weken!

  • 26 Juni 2018 - 18:52

    Thea.:

    Hoi Joerie en Yaiza,

    Knap vermoeiend allemaal, lijkt me: boot in, boot uit, overstappen, tricucle, taxi, scooter, etc. Maar zo kom je nog wel eens ergens. En dan daarbij lekker eten en drinken, snorkelen, bijzondere dieren zien, mooie stranden. En ... weer een mooi verhaal om toe te voegen aan jullie lijst met avonturen.

  • 01 Juli 2018 - 21:12

    Hermien:

    Wat een prachtige verhalen weer! In Nederland is het superwarm, dus hebben we ook een beetje een tropisch gevoel ...

  • 03 Juli 2018 - 18:47

    Nico:

    Hallo Joerie,

    Ik heb weer genoten van je verhalen. Jullie zien nogal wat van de wereld. Fijn dat jullie dit allemaal zo mogen beleven.

    Gr.

    Nico

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joerie

Back in a while in a backpack style!

Actief sinds 03 Okt. 2009
Verslag gelezen: 483
Totaal aantal bezoekers 110453

Voorgaande reizen:

27 Juli 2018 - 27 Juli 2020

Life in China

22 Juli 2017 - 25 Augustus 2018

One Year Honeymoon!

19 Januari 2011 - 16 Juli 2011

Joerie gaat naar Thailand, Maleisië en Bali

09 November 2009 - 06 Februari 2010

Joerie naar Bali

01 Maart 2013 - 30 November -0001

Wereldreis 2013

Landen bezocht: